VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

Heb jij al een preventiemedewerker?

Geplaatst op: 10-10-2016, 11:34:32

De overheid eist van werkgevers meer aandacht voor preventie op de werkvloer. De gewijzigde Arbowet die waarschijnlijk 1 januari 2017 intreedt, schept hiervoor voorwaarden. Zo komen er extra regels rond de preventiemedewerker (verplicht bij elk bedrijf!) en betere toegang van medewerkers tot de bedrijfsarts. De overheid wil ook de beroepsziekten beter in kaart brengen. Wat betekent dat voor jouw bedrijf?

De discussie over de nieuwe Arbeidsomstandighedenwet loopt al een tijdje. De wetswijzigingen zijn eind 2015 ingediend door minister Asscher van Sociale Zaken. Hij licht toe: “De arbeidsmarkt verandert en de duurzame inzetbaarheid van de beroepsbevolking wordt van steeds groter belang. Tegen die achtergrond stelt de regering enkele aanpassingen van de Arbeidsomstandighedenwet voor; in het bijzonder met betrekking tot de betrokkenheid van werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening, de preventie in het bedrijf, en de randvoorwaarden voor het handelen van de bedrijfsarts.”

Asscher heeft 13 september de nieuwe Arbowet door de Tweede Kamer geloodst, overigens zonder steun van de VVD. Op 11 oktober buigt de Eerste Kamercommissie van SWZ zich over de wet. De verwachting is dat de wet ook door de Eerste Kamer wordt aangenomen. Werkgevers zijn dan verplicht contracten af te sluiten voor arbozorg. Werkgevers krijgen een jaar de tijd om hun contracten hiervoor aan te passen.

Feitelijke werkgever
Voor de goede orde: de werkgever ben je zelf. Ook als je samenwerkt met bijvoorbeeld een payrollbedrijf. Dat zit in het verschil tussen de formele en de feitelijke werkgever. Asscher zegt eind april 2016 in een nota aan de Tweede Kamer hierover : “Een payrollbedrijf is uitsluitend een administratieve werkgever. Bij een payrollconstructie besteedt de opdrachtgever het formele werkgeverschap uit aan het payrollbedrijf. Het payrollbedrijf stelt vervolgens de werknemer weer aan de opdrachtgever ter beschikking. Als gezegd is voor de Arbeidsomstandighedenwet niet de formele, maar de feitelijke situatie doorslaggevend voor het antwoord op de vraag wie de werkgever is. Niet het payrollbedrijf maar de opdrachtgever dient dus de voorschriften uit de Arbeidsomstandighedenwet na te leven.”

Elk bedrijf een preventiemedewerker
Een belangrijke rol is weggelegd voor de preventiemedewerker. Arboportaal: “Elk bedrijf moet ten minste één preventiemedewerker in dienst hebben die de maatregelen (gericht op de veiligheid en gezondheid binnen een bedrijf) kan uitvoeren. De preventiemedewerker kan een vaste medewerker zijn die deze functie ernaast doet. Bij kleine bedrijven mag ook de directeur als preventiemedewerker optreden.” Als er een ondernemingsraad is, dan krijgt deze instemmingsrecht bij de benoeming van preventiemedewerkers.

De drie wettelijke taken van een preventiemedewerker zijn:
• Het (mede) opstellen en uitvoeren van de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E).
• Het adviseren en nauw samenwerken met de ondernemingsraad / personeelsvertegenwoordiging over de te nemen maatregelen voor een goed arbeidsomstandighedenbeleid.
• Deze maatregelen (mede) uitvoeren.

Goede werkomstandigheden zijn voor werknemers belangrijk voor hun veiligheid, gezondheid en duurzame inzetbaarheid. Preventiemedewerker moet dit aanjagen. De praktijk is echter anders. De taken van een preventiemedewerker zijn vaak aan niemand toebedeeld; de kennis over deze maatregel is ook gebrekkig. In 52 procent van het totaal aantal bedrijven is geen preventiemedewerker aangesteld en wordt deze taak ook niet uitgevoerd door de werkgever. In bedrijven met 50–99 werknemers is dit 17 procent en bij bedrijven met meer dan 100 werknemers is dat 9 procent. Uit onderzoek blijkt verder dat 34 procent van de werknemers niet bekend is met de taken van de preventiemedewerker en 31 procent een beetje. De Inspectie SZW kan overigens boetes opleggen.

Bedrijfsarts
Er is een grotere rol weggelegd voor de bedrijfsarts. Zo moet er een spreekuur worden ingevoerd opdat personeel makkelijker toegang heeft tot deze zorg. Ook krijgen werknemers het recht op een second opinion (oordeel van een andere bedrijfsarts). Een bedrijfsarts mag en kan ook de werkvloer op als deze dat nodig vindt. De Inspectie SZW krijgt ook meer ruimte om handhavend op te treden.

Beroepsziekten
Bedrijfsartsen hebben een belangrijke rol in het onderkennen en melden van beroepsziekten. In een ver verleden waren werkgevers hiervoor verantwoordelijk en dat resulteerde in pakweg 500 meldingen per jaar. Sinds bedrijfsartsen beroepsziekten moeten melden is het aantal meldingen gestegen tot zes a zeven duizend per jaar. Toch heeft de overheid het vermoeden dat lang niet alles wordt gemeld. Het vermoede aantal beroepsziekten is volgens de minister rond de 17.000.

De regering hoopt op een “substantiële verbetering” in de naleving van de meldingsplicht door de bedrijfsarts. In elk geval mogen werknemers zonder hun werkgever te informeren klagen bij de bedrijfsarts over ziekmakende omstandigheden op het werk. Als werknemers krijgen verder het recht op een second opinion, bijvoorbeeld als ze het niet eens zijn over een medische keuring.

Meer taken dus voor de bedrijfsarts. De Tweede Kamer is er niet gerust op dat de bedrijfsartsen dat aankunnen. Er dreigt immers ook een tekort aan bedrijfsartsen en de instroom is minimaal. Eind oktober moet er een plan liggen om de instroom bij de opleidingen te verbeteren, meldt Asscher.

Kosten
Worden kleine werkgevers niet op kosten gejaagd? De minister denkt van niet. Asscher: “De (beperkte) kosten van dit wetsvoorstel komen voornamelijk via het basiscontract tussen werkgever en arbodienstverlener bij de werkgever. De kosten hiervoor worden doorgaans berekend aan de hand van de dienstverlening en het aantal werknemers. Er is geen reden te veronderstellen dat deze kosten hoofdzakelijk ten laste komen van werkgevers met minder dan 25 werknemers.”

 

Bron: www.bc.nl van 6 oktober 2016

Vorige pagina